Geschreven door: Paul van der Heide
De Nadere Verordening Non Compliant with Law And other Regulations (NV NOCLAR) is per 1 januari jongstleden in werking getreden. Voor de controlepraktijk is controleren van naleving van wet- en regelgeving als vereiste vastgelegd in de NV COS 250. De NV NOCLAR geldt pas als de accountant zich bewust is van de niet-naleving bij de eigen organisatie of die van de cliënt.
Bewust van niet-naleving
De NV NOCLAR verwacht niet dat accountants alle wet- en regelgeving kennen die op de organisatie van toepassing is. Het gaat om wet- en regelgeving waardoor ze hun professionele dienst vakbekwaam en zorgvuldig uit te voeren. De NV NOCLAR geldt in ieder geval bij relevante niet-naleving van onder andere:
- belastingverplichtingen en belastingbetalingen;
- pensioenverplichtingen en pensioenbetalingen;
Wij zoomen in op de pensioenverplichtingen. Met onze dienst BPF-CAO Auditbureau voeren wij audits en werkingssfeeronderzoeken uit. Een van de belangrijkste conclusies is dat zes procent van de werkgevers onterecht niet is aangesloten bij een BPF. Uiteindelijk blijkt dat bij één op de 50 cliënten aansluiting met terugwerkende kracht ook daadwerkelijk verplicht is. Soms met vele jaren terugwerkende kracht.
Verplichte deelname aan bedrijfstakpensioenfonds (BPF)
Op grond van de Wet Verplichte deelneming in een Bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet BPF 2000) kan de minister van Sociale Zaken een pensioenfonds voor een bedrijfstak verplicht stellen. Als werkgever bent u wettelijk verplicht alle werknemers aan te melden bij dit betreffende BPF. Ongeveer 70 procent van alle werknemers valt onder de werkingssfeer van een verplicht gesteld BPF. Enkele voorbeelden van verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen zijn: Pensioenfonds voor Metaal en Techniek, StiPP voor uitzendondernemingen en Pensioenfonds Bouw.
In Nederland zijn bijna 60 bedrijfstakpensioenfondsen* actief. De kans dat een onderneming onder een BPF valt is ongeveer 70 procent. Dit risico wordt niet altijd gesignaleerd. Hier zijn uiteenlopende redenen voor, maar meestal betreft het één van de onderstaande punten:
- Men heeft een pensioenregeling met een verzekeringsmaatschappij gesloten. Hierbij heeft de pensioenadviseur en/of de verzekeraar onvoldoende onderzocht of een verplichtstelling van toepassing is;
- De werkgever wil niet onder een cao vallen. Vooral als het een grijs gebied betreft is dit een veel voorkomende situatie;
- De onderneming viel oorspronkelijk niet onder een BPF, maar door wijziging van activiteiten (overname of afsplitsing bedrijfsactiviteiten, verwerken van andere materialen, toevoegen of staken van diensten) is dit een achterhaald gegeven;
- De verplichtstellingsbeschikking is zodanig aangepast dat de onderneming vanaf enig moment wel onder de werkingssfeer ressorteert;
- Door jurisprudentie wordt de werkingssfeer ‘opgerekt’. Doordat de werkingssfeer breder wordt uitgelegd dan oorspronkelijk voorzien, blijkt een onderneming alsnog onder een verplichtstelling te vallen (zie bijvoorbeeld. ECLI:NL:HR:2018:2363).
Belang tijdig signaleren is voor onderneming van levensbelang
Een objectieve beoordeling of een werkgever of accountantsorganisatie compliant is op het terrein van BPF werkingssfeer blijkt onontbeerlijk te zijn. Een onderneming die met terugwerkende kracht alsnog aangesloten moet worden, kan afhankelijk van de situatie een premievordering krijgen die het totaal van de collectieve loonsom overstijgt. Bij een accountantsorganisatie ervaren wij dat uiteindelijk één op de 50 cliënten een serieus risico loopt.
Een onderneming die wacht tot het BPF actie onderneemt, heeft een veel slechtere positie dan de onderneming die zich proactief opstelt. Men overtreedt immers dwingendrechtelijke wetgeving en komt daarmee per definitie in de beklaagdenbank. De onderneming die zichzelf meldt voorkomt dat hij in de beklaagdenbank raakt. Het is verstandig om de zaak goed voor te bereiden alvorens zich te melden bij een BPF en daar kunt u als adviseur een belangrijke rol in vervullen.
Daarnaast is het voor de accountantsorganisatie in het kader van risicomanagement van belang om vast te stellen of en waar zich risico’s in de werkgeversportefeuille voordoen. Door pensioenfondsen wordt namelijk nog maar enkele jaren echt beleid gemaakt van handhaving, dus hoe langer men wacht, hoe minder dit als verschoningsexcuus kan worden gebruikt.
* Gebaseerd op cijfers van DNB.