Door: Paul van der Heide
Reeds eerder schreef ik over de problematiek van bedrijfstakpensioenfondsen. Inmiddels zijn we enkele honderden dossiers verder en concluderen we een trieste balans.
Uit onze praktijk blijkt dat 6 procent van de cliënten van een accountantsorganisatie het risico loopt aangesloten te moeten zijn bij een BPF terwijl ze dat niet zijn. Voor een BPF is dit risico groot. Een werknemer die bewijst dat hij werkte bij een onderneming die verplicht moest aansluiten maar dat niet is, kan gewoon zijn pensioen claimen. Geen premie, wel pensioen wordt dat in jargon genoemd. Daarom wordt er sinds kort streng gehandhaafd. Het regent procedures en er volgen er nog veel meer.
Terugwerkende kracht tot 20 jaar
De terugwerkende kracht kan vele jaren premie inhouden. Op grond van art 3:310 BW, heeft een BPF de mogelijkheid de schade te claimen met een terugwerkende kracht van 20 jaar. Althans, zo blijkt uit de huidige jurisprudentie waarbij de Hoge Raad er overigens nog geen oordeel over gegeven heeft. Dat is een kwestie van wachten, maar naar ons idee zal dit geen ander licht op de zaak werpen, je weet echter maar nooit.
We kennen helaas ondernemers die doelbewust de marges van het betamelijke opzoeken en willens en wetens niet aan willen sluiten. Dat is echter een absolute minderheid. De meeste ondernemers die met de problematiek worden geconfronteerd zijn volledig te goeder trouw. Door verschuiving van werkzaamheden, gebruikte materialen of nadere uitleg in de jurisprudentie blijken zij toch onder een BPF te vallen. Het zijn altijd dossiers die zich afspelen in een grijs gebied. Mogen we ze naïviteit verwijten? Natuurlijk. Is het doelbewust gedaan? Ik twijfel er vaak ernstig aan.
Is aansluiting te voorkomen?
Dat hangt helemaal af of er proactief naar werkingssfeer gekeken wordt, of gewacht wordt tot het BPF komt. Dat het BPF zich op een gegeven moment meldt, lijkt steeds zekerder te worden. Ze worden steeds beter in het handhaven. Daarnaast schrijven ze iedere onderneming aan als er ook maar een heel klein risico voor aansluiten is. Ik ken veel ondernemingen die achteraf helemaal niet onder de werkingssfeer blijken te vallen. Het BPF is vaak ongenadig en sluit aan, met alle consequenties van dien. Voor de ondernemer vervelend en duur. Daarnaast kost het veel tijd (en dus geld) om de zaak nog enigszins in goede banen te leiden.
Proactief omgaan met een dossier leidt vaak tot andere conclusies over de werkingssfeer. Ons advies is dan ook om zelf dit initiatief te nemen! Een BPF heeft gelijke bevoegdheden om tot incasso van de premie over te gaan als de belastingdienst. Als men het hard speelt, wat men soms doet, heeft een onderneming een slechte uitgangspositie als het fonds als eerste het initiatief neemt.