Column: Gevaarlijke verleiding (en de rol van de accountant)
Geschreven door: Paul van der Heide
Inmiddels ken ik de voortekenen: niet terugbellen, niet antwoorden op e-mail, etcetera. Zeer frustrerend, temeer omdat je weet dat de klant, de onderneming, hierdoor zwaar in de problemen kan komen. Het gebeurde mij onlangs weer.
Veel ondernemingen worden aangeschreven door bedrijfstakpensioenfondsen (bpf’n) dat ze met terugwerkende kracht moeten worden aangesloten. Geen leuke kwesties, want meestal hebben de bedrijven een pensioenregeling gesloten bij een verzekeringsmaatschappij. Aansluiten bij een bpf houdt in dat met terugwerkende kracht van ten minste vijf jaar premie moet worden afgedragen. Deze premie bedraagt soms dertig- tot veertigduizend euro per werknemer. Beslist niet leuk. Een zeer materiële claim in ieder geval, zo zou de accountant zeggen
Ook bij onderneming X speelt deze kwestie. Men wil het lopende pensioencontract met de verzekeraar verlengen, maar men wordt geattendeerd op mogelijke werkingssfeer van het pensioenfonds voor de metaal. Ons bureau wordt geconsulteerd. De situatie is niet direct klip en klaar en gezien de situatie wordt uitgebreid onderzoek verricht. Er werken 150 personen. Als zou blijken dat aansluiting verplicht is, gaat het om een miljoenenclaim over de afgelopen jaren.
Arbeidsovereenkomsten, debiteuren, crediteuren, opdrachtovereenkomsten, alles wat relevant is wordt uitgebreid bekeken. Helaas – het is niet in het financiële belang van de onderneming – moeten wij concluderen dat uit de feiten onomstotelijk blijkt dat moet worden aangesloten. Het fonds heeft de onderneming echter nog niet op de korrel genomen, maar we weten dat dat in de komende jaren beslist gaat gebeuren. DNB heeft pensioenfondsen recentelijk de instructie gegeven streng te handhaven. Inmiddels zijn diverse bureaus actief, die in opdracht van pensioenfondsen naar niet aangesloten bedrijven speuren.
Stil
We hebben de conclusies iets genuanceerder op papier gezet om de bestuurder niet direct in problemen te brengen. We gaven aan dat op punten nog nader onderzoek diende plaats te vinden. Tijdens de mondelinge toelichting maakten we echter duidelijk aan dat de beschreven nuance er feitelijk niet is. De directie zegt de zaak te bestuderen en zal er later bij ons op terugkomen. We spreken elkaar hierna nog een paar keer telefonisch en dan wordt het stil. Telefoontjes worden niet beantwoord en op e-mails krijgen we geen respons. Eigenlijk weten we dan al wat er speelt.
Na enige tijd komt de reactie. Men ziet af van onze verdere dienstverlening, waarbij we een ondertoon bespeuren dat men een andere weg is ingeslagen. Later zal blijken wat er is gebeurd. De pensioenadviseur die indertijd het pensioencontract heeft gesloten, is door de onderneming geconsulteerd. Deze adviseur heeft zelf ook een onderzoek gedaan en is tot een andere conclusie gekomen: er is geen sprake van werkingssfeer. Daarnaast wordt ons verteld dat wij wel heel erg veel tijd nodig hebben gehad voor ons onderzoek; de pensioenadviseur heeft de zaak in een fractie van de door ons bestede tijd beoordeeld.
Gezwicht
Het bevreemdende hieraan is dat wij exact hebben aangegeven hoe we tot onze conclusie zijn gekomen, stap voor stap hebben laten zien dat op basis van deze feiten – door de onderneming aangedragen – geen andere conclusie mogelijk is. Een gesprek hierover wordt uit de weg gegaan. Inmiddels is de kwestie ook met de accountant besproken. Hij accepteert kennelijk de uitkomst van het tweede onderzoek.
Ik trek hieruit de conclusie dat men is gezwicht voor de (begrijpelijke) verleiding om de kop in het zand steken. Wat men echter over het hoofd ziet, is dat het probleem steeds groter zal worden. Het pensioenfonds meldt zich beslist een keer, dat staat vast. Inmiddels zijn er gespecialiseerde bureaus die uit naam van pensioenfondsen ondernemingen opsporen. Deze laten zich beslist geen knollen voor citroenen verkopen. Sterker nog, bij Syntrus Achmea heeft men een advocatenkantoor opgericht met vijf advocaten die uitsluitend werken aan handhaving. De onderzoeken die zij bij ondernemingen verrichten, vindt plaats op basis van dezelfde stukken en feiten die bureaus als de onze hanteren.
Spoor
Voor een accountant is het dan ook van groot belang de conclusie van een onderneming dat aansluiting bij een bpf niet verplicht is, zeer kritisch te beoordelen. Een claim van een pensioenfonds heeft een wettelijke basis. De pensioenrechten van werknemers komen van rechtswege tot stand. In Paragraaf 5 van de Wet Verplichte deelneming in een Bedrijfstakpensioenfonds (Wet bpf) is de rechtsvordering van pensioenfondsen geregeld en op grond van art 23 Wet Bpf is uiteindelijk zelfs de bestuurder persoonlijk aansprakelijk voor de afdracht van de premie. Tenzij je erop vertrouwt dat het pensioenfonds nooit op het spoor van je klant zal komen, denk ik toch dat zorgvuldig handelen hier op zijn plaats is.