Dit jaar heeft Nederlands Pensioenbureau in meerdere PCI Update-dagen uitgebreid stilgestaan bij de (gevolgen van de) Wet Pensioencommunicatie. Met ingang van 1 juli 2015 zijn diverse onderdelen (lees: artikelen) van de wet gefaseerd in werking getreden, onder meer de bevoegdheid van De Nederlandsche Bank (DNB) om cijfers van individuele pensioenfondsen te publiceren. Hiertoe diende artikel 204 van de Pensioenwet (geheimhoudingsplicht [1]) te worden gewijzigd. Volgens DNB past de publicatie in het streven om transparant te zijn waar mogelijk. Volgens DNB zou publicatie van vergelijkbare, niet geaggregeerde statistische gegevens van individuele pensioenfondsen bijdragen tot een beter begrip bij het publiek en mensen helpen bij het nemen van beslissingen van financiële aard, zoals bijvoorbeeld bij waardeoverdracht.
Aangaande het jaar 2014 zijn door DNB cijfers gepubliceerd met betrekking tot de premie, het aantal (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden, de toeslagverlening en een eventuele verlaging van pensioenaanspraken en -rechten. Inzake 2015 zijn cijfers over het eerste en tweede kwartaal gepubliceerd die betrekking hebben op de (beleids)dekkingsgraad, het belegd vermogen en het kwartaalrendement.
Voor alle gepubliceerde gegevens geldt dat het ongewijzigde gegevens zijn die pensioenfondsen zelf via rapportages hebben aangeleverd. DNB heeft derhalve geen berekeningen of bewerkingen uitgevoerd op de cijfers. Fondsen krijgen gelegenheid om eerst zelf deelnemers te informeren. Tevens kunnen zij bezwaar maken, indien zij menen te zijn/worden geraakt in hun belangen door publicatie. Volgens DNB is tegen deze eerste publicatie geen bezwaar gemaakt door de pensioenfondsen. Op 10 december a.s. zal DNB de cijfers over het derde kwartaal van 2015 publiceren.
[1] Ook het geheimhoudingsartikel in de Wet verplichte beroepspensioenregeling (artikel 198) is gewijzigd.
Bronnen: http://www.dnb.nl/nieuws/nieuwsoverzicht-en-archief/nieuws-2015/dnb326316.jsp#
Nieuwsflits nr. 17, 21 september 2015