Column: Waardeoverdracht Pensioen

Column: Waardeoverdracht Pensioen

Geschreven door: Paul van der Heide

Waardeoverdracht is omzetting van opgebouwde pensioenaanspraken hetzij binnen de eigen pensioenuitvoerder, hetzij naar een andere. De Pensioenwet (PW) geeft een omschrijving van waardeoverdracht en welke mogelijkheden en voorwaarden daarbij gelden.

Waardeoverdrachten passen binnen het streven de arbeidsmobiliteit te vergroten en flexibiliteit binnen de arbeidsvoorwaarden te realiseren. De mogelijkheden van waardeoverdracht zijn expliciet in de PW opgenomen met de daarbij behorende voorwaarden. Ook internationale waardeoverdrachten staan in de wet.

Interne waardeoverdracht

Interne waardeoverdracht In dit geval gaan de pensioenaanspraken uit de ene regeling over naar een andere regeling van de werkgever (bijvoorbeeld in het geval dat de werkgever een nieuwe pensioenregeling introduceert.) De deelnemer kan dan de waarde van het opgebouwde pensioen omzetten van de ene soort pensioen in een ander soort pensioen (bijvoorbeeld van tijdelijk ouderdomspensioen omzetten naar levenslang ouderdomspensioen.) Interne waardeoverdracht kan alleen indien de deelnemer instemt met de omzetting.

Externe waardeoverdracht

Externe waardeoverdracht Vanaf 8 juli 1994 is het wettelijk recht op waardeoverdracht bij wisseling van baan geïntroduceerd. Vanaf die datum hebben pensioenuitvoerders de plicht om mee te werken aan waardeoverdrachten. Voor die tijd bestond die plicht er niet. Pensioenuitvoerders hebben wel de bevoegdheid om aanspraken opgebouwd vóór 8 juli 1994 over te dragen. Plicht tot externe waardeoverdracht geldt niet als het overdragende of ontvangende pensioenfonds in onderdekking verkeert. Dat is ook het geval als op een verzekeraar de noodregeling van toepassing is.

Shoppen

Shoppen In de PW wordt de mogelijkheid geboden om op de pensioendatum met het opgebouwde pensioenkapitaal te gaan “shoppen”. Dit houdt in dat een gewezen deelnemer bij pensionering het beschikbaar gekomen kapitaal uit een premie- of kapitaalovereenkomst kan aanwenden voor een periodieke uitkering bij een andere pensioenuitvoerder.

Voor een verzekeraar is dat vanaf 1 januari 2008 een verplichting (art 81 PW). Hij moet dan meewerken aan een dergelijk verzoek tot waardeoverdracht.

Voor pensioenfondsen is dat echter geen plicht (art 80 PW). Zij hebben de bevoegdheid hieraan mee te werken onder bepaalde voorwaarden. Onder andere moet de pensioenovereenkomst hierin voorzien. Ook zal de gewezen deelnemer al aanspraken moeten hebben jegens de ontvangende pensioenuitvoerder (bijvoorbeeld aanspraken die in het verleden opgebouwd zijn). Deze mogelijkheid tot shoppen geldt voor pensioenfondsen vanaf 1 januari 2007.

Collectieve waardeoverdracht

Collectieve waardeoverdracht Van collectieve waardeoverdracht is sprake bij overnames en fusies, bij overgang naar een andere pensioenuitvoerder of collectieve wijziging van de pensioenovereenkomst. Collectieve waardeoverdracht kan alleen als de belanghebbenden hiermee hebben ingestemd.

Regels met betrekking tot waardeoverdracht In het Besluit uitvoering Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling zijn bepalingen voor de handelwijze bij waardeoverdrachten vastgelegd. Deze bepalingen hebben betrekking op de afhandelingstermijnen, de informatieverstrekking en de berekeningswijze. Voor wat betreft de berekeningswijze geldt dat een interne waardeoverdracht moet plaatsvinden op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Dat geldt in elk geval bij uitkeringsovereenkomsten voor de vanaf 1 januari 2002 opgebouwde pensioenaanspraken. Voor kapitaal- en premieovereenkomsten geldt collectieve actuariële gelijkwaardigheid voor de vanaf 1 januari 2005 opgebouwde aanspraken. De overdrachtswaarde wordt berekend volgens het zogenaamde ‘standaardtarief’. Een en ander is geregeld in het Besluit uitvoering Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Regeling Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling.

Kosten

Kosten waardeoverdracht In situaties dat er een plicht tot waardeoverdracht bestaat mogen er geen kosten aan de gewezen deelnemer in rekening worden gebracht. Bestaat er geen plicht maar een bevoegdheid tot waardeoverdracht, dan is de pensioenuitvoerder vrij de administratiekosten afzonderlijk in rekening te brengen aan de gewezen deelnemer. Deze kosten mogen dus niet in mindering worden gebracht op de overdrachtswaarde.

De pensioenuitvoerder mag bij waardeoverdrachten uit hoofde van omzettingen wegens gebruikmaking van keuzerecht geen kosten in rekening brengen.