Column: Afstandsovereenkomst blijkt valkuil

Column: Afstandsovereenkomst blijkt valkuil

Geschreven door: Paul van der Heide

In het kader van een juridisch due diligence krijgt een advocaat de vraag te onderzoeken of er ten aanzien van de pensioenregeling nog risico’s aanwezig zijn. Tijdens zijn onderzoek stuit de advocaat op afstandsovereenkomsten, die er op het oog prima uit zien. Niets is minder waar.

De opdrachtgever van de advocaat is Verkrijger BV. Verkrijger BV wil Vervreemder BV overnemen middels een aandelentransactie. Vervreemder BV heeft een beschikbare premieregeling aan zijn werknemers toegezegd. Er werken 33 werknemers, waarvan er vijf een afstandsovereenkomst hebben getekend. Inmiddels heeft de advocaat al gekeken naar de pensioenregeling en de inhoud van de afstandsovereenkomsten. Die zien er allemaal redelijk gedegen uit. Hij verwacht dus geen problemen.

Aanmeldplicht

Bij zijn onderzoek bekijkt hij ook de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en de verzekeringsmaatschappij. Het valt hem op dat hierin is vastgelegd dat Vervreemder BV verplicht is alle werknemers aan te melden voor pensioenverzekering. Dat is feitelijk niet gebeurd; vijf werknemers zitten hier niet in. De pensioenadviseur van Vervreemder BV zegt hem dat hij zich hier totaal geen zorgen over hoeft te maken. Het is zeer gebruikelijk dat met afstandsovereenkomsten wordt gewerkt.

Voor de zekerheid laat de advocaat toch even anoniem informeren bij de verzekeraar. Daar wordt een ander antwoord gegeven. De verzekeraar zegt in klip en klare taal, dat de overeenkomst op alle punten moet worden nagekomen. Als een partij contractbreuk pleegt, zal de verzekeraar hier zeker werk van maken. De advocaat laat uitrekenen wat het premiebedrag  is dat alsnog afgedragen moet worden om de overeenkomst na te leven. De premie die alsnog moet worden voldaan bedraagt € 146.000.

Tegenvaller

Op de totale overnameprijs ad € 2.500.000 wellicht geen onoverkomelijk bedrag, maar wel een forse tegenvaller voor Vervreemder BV. Ook de advocaat bemoeit zich met deze issue en tracht de zaak met de verzekeraar en pensioenadviseur op te lossen. De verzekeraar kan hem echter duidelijk maken dat in het geval een nabestaande na het overlijden van één van de betreffende deelnemers het nabestaandepensioen zou claimen, zij zonder meer het nabestaandenpensioen zal moeten uitkeren.

Zelfs als de nabestaanden getekend hebben jegens de werkgever voor het afzien van nabestaandenpensioen, is het nog maar de vraag of dit ook jegens de verzekeraar zou gelden. Er is immers een pensioenreglement waarin staat dat iedere werknemer in dienst van Vervreemder opgenomen wordt in de pensioenregeling. Een nabestaande kan zich hier op grond van artikel 5 van de Pensioenwet rechtstreeks jegens de verzekeraar op beroepen.

Pittig gesprek

Als de verzekeraar door nabestaanden wordt aangesproken, zal de verzekeraar de claim uiteraard trachten te verhalen op werkgever Vervreemder BV. De claim is gelijk aan de contante waarde van alle toekomstige uitkeringen. Zeker voor nog jonge nabestaanden kan de claim een veelvoud zijn van de € 146.000,- premievordering. Vervreemder BV moet dus feitelijk heel blij zijn dat het nu aan de orde komt en niet bij een eventueel overlijden.

Naast het feit, dat Vervreemder BV nu een claim heeft van € 146.000, is de aandelenwaarde in de visie van Verkrijger BV nu ook lager. De jaarlijkse premie voor deze vijf werknemers bedraagt ongeveer € 30.000,- en feitelijk moet deze in het resultaat van Vervreemder worden gecorrigeerd. Hierdoor neemt op basis van de gehanteerde formule voor vaststelling van de verkoopprijs de waarde af met € 150.000. Vervreemder heeft derhalve een tegenvaller van totaal€ 300.000,-. We kunnen ons voorstellen dat er een pittig gesprek met de pensioenadviseur volgt, en wellicht ook met de accountant.