Column: Advocaten ontdekken pensioen werknemers

Column: Advocaten ontdekken pensioen werknemers

Geschreven door: Paul van der Heide

Gestaag neemt de jurisprudentie over pensioenen toe. Werknemers moeten een lange weg afleggen om hun gelijk te krijgen en procederen is kostbaar. Dat desondanks de rechtsgang toeneemt, is veelbetekenend.

Procederen is voor werknemers, zo blijkt de laatste tijd steeds vaker, beslist niet zonder succes. Als het over pensioen gaat, gaat het primair over arbeidsrecht en dat werkt juridisch al snel in het voordeel van een werknemer. De werkgever heeft immers een gezagsverhouding met de werknemer en daar wordt in de rechtspraak rekening mee gehouden.

Het gemeenschappelijke kenmerk van veel procedures die nu lopen is dat ze gaan over wijzigingen die in de loop der tijd onduidelijk zijn gebleven voor werknemers. Dat gaat meestal om wijzigingen vanuit fiscale motieven. Echter, de noodzaak om een regeling zo nu en dan om fiscale redenen aan te passen, brengt niet automatisch met zich mee dat die wijzigingen ook in civiel-juridische zin door de werknemers moeten worden geaccepteerd.

Eenzijdig

In de eerste plaats moet het de werknemer duidelijk zijn wat de consequenties van de wijziging zijn, zodat hij kan overwegen akkoord te gaan of niet, waarbij hij zich eventueel ook een oordeel moet vormen over de geboden compensatie. Wijziging van fiscale wetgeving vormt volgens de rechter in het algemeen geen zwaarwichtige reden voor de werkgever om zonder meer de pensioenregeling – eenzijdig – in neerwaartse zin te mogen aanpassen. Eenzijdige aanpassing van de pensioenregeling is een uitzondering waarvan de werkgever in de praktijk (ten onrechte) maar al te vaak aanneemt dat hij er gebruik van kan maken. In principe vereist een aanpassing van de pensioenregeling echter, zoals de Hoge Raad het omschrijft, de ondubbelzinnige instemming van de werknemer. Deze instemming is alleen valide als de werknemer volledig en juist is geïnformeerd.

Schriftelijk

Daarnaast is het raadzaam, hoewel niet altijd strikt noodzakelijk, de werknemer schriftelijk te laten instemmen. Heeft de werknemer niet getekend, dan kan de werkgever waarschijnlijk moeilijk aantonen dat de werknemer (ondubbelzinnig) akkoord is gegaan met de wijziging. Als de werknemer kan aantonen dat hij onvoldoende informatie heeft ontvangen om de juiste beslissing te nemen en akkoord te gaan met de wijziging, zal hij later wellicht nakoming van de oude regeling kunnen vorderen. Of dat een fiscaal probleem oplevert of niet, maakt voor de civielrechtelijke beoordeling niet uit.

Advocaten hebben het onderwerp pensioen van werknemers inmiddels dus ontdekt. De belangstelling lijkt mede gedreven te zijn door de invoering van de transitievergoeding bij ontslag. De mogelijkheid ontslagvergoedingen voor werknemers te laten toekennen lijkt daarmee in theorie ingeperkt. In reactie daarop zoeken advocaten naar mogelijkheden om schadeclaims voor werknemers te verhogen. Pensioen blijkt in dat kader een dankbaar object te zijn. Niet het procederen staat dan voorop, maar wel de mogelijkheid extra argumenten aan te dragen om een hogere ontslagvergoeding te eisen.